(Blumenberg,
Hans, Work on Myth, p. 153)
In dit
citaat geeft Blumenberg uitdrukking aan het feit dat wij vaak het stadium voorafgaand
aan het geschreven woord uit het oog verliezen. Wanneer wij aan mythes denken,
dan denken we aan Homerus of Hesiodus. Maar Blumenberg wijst erop dat op dat
moment mythes al een lang parcours hebben afgelegd. Al eeuwenlang werden zij mondeling
doorgegeven en moesten zij de test van deze orale traditie doorstaan. Tegen de
tijd dat Homerus ze neerschreef, hadden de mythes al talloze variaties
doorlopen en bleven enkel de sterkste, meest duurzame vormen over. Verder is het ook interessant dat Blumenberg aanhaalt dat het neerschrijven van deze mythes gepaard
gaat met een zekere verstening. Ze worden gecanoniseerd en aan de canon mag
niet geraakt worden. De schriftelijke literaire traditie, die normaal gezien
beschouwd wordt als epicentrum van creatief meesterschap, lijkt in de opvatting
van Blumenberg creativiteit net tegen te werken. Eens neergeschreven kunnen de
mythes nog doorgegeven worden, maar transformatie wordt moeilijk. Het gevaar
hiervan is uiteraard dat de mythes niet meer goed afgestemd zijn op de veranderende
noden van de mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.