The decisive
difference lies in the dimension of time; science can wait, or is subject to
the convention of being able to wait, whereas rhetoric – if it can no longer be
the ornatus of a truth – presupposes,
as a constitutive element of its situation, that the “creature of deficiency”
is compelled to act. (…) To see oneself in the perspective of rhetoric means to
be conscious both of the compelled to act and of the lack of norms in a finite
situation. Everything that is not force here goes over to the side of rhetoric,
and rhetoric implies the renunciation of force.
H. Blumenberg, ‘An Anthropological Approach to the Contemporary Significance of Rhetoric’, in After Philosophy: End or Transformation?, 437.
Een element dat ik hier centraal zou willen plaatsen is wat
Blumenberg “the renunciation of force” noemt. Mensen komen inderdaad vaak in
situaties terecht waarin ze niet anders kunnen dan overgaan tot handelen.
Volgens Blumenberg ontbreekt het ons dan vaak aan normen en aangezien we onze
oordelen niet altijd kunnen uitstellen zoals in de wetenschap moeten we toch op
basis van iets kunnen beslissen.
Retoriek neemt hier een belangrijke plaats in omdat dat kan
aanzetten tot handelen, maar het veronderstelt wel een verzaking van macht in
de dialoog. Dit lijkt uiteraard common sense, maar bij een verdere reflectie
komen we echter verschillende soorten macht op het spoor waarvan de ene vorm al
was subtieler of meer verborgen te werk gaat dan de andere. Kan er in een
mediageile wereld waar mediamagnaten beslissen wie er aan het woord komt nog
sprake zijn van een “renunciation of force”?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.