Theory is the better adapted mode of mastering
the episodic tremenda (terrors) of recurring world events. But leisure and
dispassion in viewing the world, which theory presupposes, are already results
of that milleniums-long work of myth itself, which told of the monstrous as something
that is far in the past and has been forced back to the edge.
(Blumenberg, Hans. Work on Myth, 26)…..
This is a unique paradigm of the ‘work on myth’
that may have begun with the ‘apotropaic’ [hindering, averting] accomplishment
of naming. (Blumenberg, Hans. Work on Myth, 15)
Toch even dit vooraf: Hans Blumenberg is een filosoof die ik tot
vandaag nauwelijks kende, maar wat wij er de voorbije week mocht van vernemen en
lezen, apprecieer ik erg zowel omwille van zijn heel literaire, haast
exuberante, dramatische stijl als om zijn bijzonder lucide stellingen.
De twee vermelde fragmenten vind ik – samen met het extract
uit pp3-5 van Work on Myth (WoM)- erg belangrijk omdat zij op heldere en
overtuigende manier aangeven hoe de mythe een strategie is om een angst, die
van overal dreigend kan opduiken, om te vormen tot een concrete object-gerichte
vrees (men benoemt ze, geeft ze een naam). Op die manier overwint de mens
weliswaar niet de realiteit, maar weet er mee om te gaan (Bewältigung) (mastering, beheersen blijkt geen goede vertaling): het gevaar wordt niet
geëlimineerd maar weggejaagd, afgewend. Een ander voorbeeld van waar
Blumenberg dit zeer fraai aangeeft, is het fragment in WoM uit de biografie van
Pericles door Plutarchus, over de vrees die Pericles ervoer wanneer hij
geconfronteerd werd met een zonne-eclips, die nochtans voorspeld was.
Magistraal! (WoM,11)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.