“Only the mob and the
elite can be attracted by the momentum of totalitarianism itself; the masses
have to be won by propaganda Under the conditions of constitutional government
and freedom of opinion, totalitarian movements struggling for power can use
terror to a limited extent only and share with other parties the necessity of
winning adherent and of appearing plausible to a public which is not yet
rigorously isolated from all other sources of information.” (Arendt, Hannah. The Origins of Totalitarianism, 341)
De eerste alinea van Hannah Arendts hoofdstuk over totalitaire bewegingen is al meteen één van de belangrijkste uit het werk. Arendt maakt hier een verschil tussen propaganda en indoctrinatie. Propaganda richt zich niet op het totalitaire, terwijl indoctrinatie dit wel doet. Propaganda dient, aldus Arendt, om de 'onwetende, informatieloze massa' te manipuleren en te isoleren richting één bron van informatie. Eens dat totalitaire bewegingen aan de macht zijn, zorgen zij ervoor dat verschillende (politieke) vrijheden van de mensen worden beroofd. Het totalitaire gedrag komt echter enkel voor bij het gepeupel (negatieve connotatie) en de elite. In de Nazi-mythe, het voorbeeld bij uitstek voor Arendt, zien we dit verschil terugkeren. De Duitse massa na WO I was zeer vatbaar voor propaganda en ideologieën omdat ze geen consistentie meer konden vinden in hun leven. De nazi's wisten dit heel goed en speelden hier op in. Ze zijn op een democratische manier aan de macht gekomen zonder enige vorm van fysiek geweld of terreur te gebruiken. Het is pas wanneer ze aan de macht waren dat ze een ondemocratisch en gewelddadig bewind invoerden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.