(Cassirer,
Ernst, Myth of the State, p.281.)
In dit
citaat lijkt Cassirer te suggereren dat er een belangrijk breukpunt te vinden
is tussen de primitieve mythes en de moderne, gemanipuleerde mythes. Het verschil
zit in de verhouding tot de menselijke redelijke vermogens. De primitieve
mythes zijn objectiveringen van collectieve verlangens en emoties. Als zodanig
staan ze voor Cassirer lijnrecht tegenover het rationele denken. In een
primitieve, pre-rationele tijd stelden ze de mens in staat de samenleving te
ordenen en organiseren. Deze functie werd later overgenomen door het rationele
denken. Hiermee verdween het mythische denken echter niet. Het hoort immers tot
de menselijke natuur en is steeds als onderlaag onder alle rationele structuren
aanwezig. De rationele en mythische kant van de mens bestaan steeds naast
elkaar en zijn allebei wezenlijk verbonden met wat het betekent mens te zijn.
In
de moderne politieke mythe, zoals Cassirer ze beschrijft, wordt het mythische
denken een wapen dat erop gericht is dit rationele denken te ontmantelen. De
leider van het totalitaire regime werpt zich op als een sjamaan die met zijn
voorspellingen, met zijn nieuwe rites en met zijn magische gebruik van woorden de angsten en emoties van het volk kan bezweren en hen van de last
van hun rationele autonomie kan ontheffen. Deze mythe is erop gericht de mens te verleiden
zijn rationele denken los te laten en als zodanig zijn menselijkheid eraan te
geven. Een mens die bereid is zijn 'highest human privilege'(p.281) op te geven
kan immers amper nog mens genoemd worden. Interessant is dat de mythe hier als
verleidingsmechanisme werkt. Ze intoxiceert de mens zodat hij zijn vrijheid
opgeeft. Ook Arendt verwijst naar het feit dat de mens er in zekere mate zelf ervoor kiest de propaganda te aanvaarden. De
massamens verkiest de consistentie van de fictie omdat de contingentie van de
werkelijkheid ondraaglijk wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.