"Comparing Giordano Bruno, who ‘allowed himself to be burnt at the Champ-de-Flore’, with Galileo, who submitted to the Holy See, Renan sides with the second because, according to him, the scientist did not bring anything to support his discoveries beyond good arguments; he considered that the Italian philosopher wished to supplement his inadequate proofs by his sacrifice (…) Renan here confuses conviction, which must have been very powerful in Bruno’s case, with that particular kind of certitude associated with accepted theories of science” (23)
In 1600 veroordeelt de Inquisitie de Napolitaanse
wetenschapper en filosoof Giordano Bruno tot de brandstapel omwille van zijn
ideeën. Bruno’s veroordeling door de Inquisitie wordt vaak
gezien als een symbool voor de veroordeling van de vrije wetenschap door de
dogmatische kerkelijke autoriteiten. Bruno was immers astronoom en
wetenschapper: hij verkondigde moderne theorieën
als de oneindigheid van het heelal en een copernicaans wereldbeeld. Dat de
Katholieke Kerk de wetenschap te vuur en te zwaard bestrijdde, is echter een misverstand. Zelfs een snelle blik op Wikipedia leert ons dat deze
zienswijze op zichzelf een mythe is, waarin Bruno tot martelaar van de wetenschap
werd uitgeroepen. De Katholieke Kerk gaf relatief weinig om de visie op het
heelal. Sommige vooraanstaande geestelijken waren zelf wetenschappers, zonder
daarvoor op de brandstapel te belanden. Bruno, een uitgetreden domincaan en
bekeerde protestant, was zelf door en door religieus. Hij hield er gewoon
andere religieuze overtuigingen op na dan de katholieken of protestanten. Zijn
leven (dominicaan, calvinist, astronoom, lutheraan en hoogleraar in
verschillende landen ) leest als een lange zoektocht naar spiritualiteit,
zingeving en een goddelijke aanwezigheid, eerder dan als het relaas van een
wetenschappelijke zoektocht naar zekerheid. Het zijn Bruno’s religieuze
opvattingen die hem uiteindelijk in Rome op de brandstapel doen belanden. Bruno
stierf niet voor de wetenschap, maar voor zijn ideeën over god en religie. Ideeën die misschien minder dogmatisch
zijn dan de strikte leerstellingen van de Katholieke Kerk. Maar Bruno is
dogmatisch genoeg om zijn religieuze visie niet te willen herroepen en zijn eigen
leven te sparen. Een martelaar minder voor de wetenschap – al zal de mythe ook
hier misschien wel langer blijven doorleven dan de historische
feiten.
Sorel had gelijk erop te wijzen dat Renan weinig begrepen
heeft van Bruno’s drijfveren. De filosoof die koppig de amestie weigert en voet
bij stuk houdt, doet dat immers niet uit rationele overwegingen. Het gaat hier
om iets heel anders: een diepe overtuiging
dat zijn religieuze opvattingen waar zijn. En dat er met die overtuiging iets
op het spel staat, is duidelijk – zo veel dat men er zijn leven woor wil geven.
Sorel duidt deze overtuiging aan als de mythe. Een mythische overtuiging
verschilt van een wetenschappelijke zekerheid: niet omdat de ene meer waarheid
bevat dan de andere (voor degene die in de mythe gelooft zijn ze immers even
waar) maar omdat de mythe deel uitmaakt van de mens en de mens van de mythe,
terwijl de wetenschap ons niet rechtstreeks aangaat (behalve voor hen die van
de wetenschap hun mythe hebben gemaakt). De mythe is verbonden met identiteit.
Ze is essentieel voor de betekenis van ons bestaan. Bruno sterft liever dan de
mythe te loochenen en verder te leven in een wereld ontdaan van betekenis,
referentiekader en identiteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.