vrijdag 16 februari 2018

De eenzame en verlaten massamens



"The masses’ escape from reality is a verdict against the world in which they are forced to live and in which they cannot exist, since coincidence has become its supreme master and human beings need the constant transformation of chaotic and accidental conditions into a man-made pattern of relative consistency. The revolt of the masses against “realism”, common sense, and all “the plausibilities of the world” (Burke) was the result of their atomization, of their loss of social status along with which they lost the whole sector of communal relationships in whose framework common sense make sense. In their situation of spiritual and social homelessness, a measured insight into the interdependence of the arbitrary and the planned, the accidental and the necessary, could no longer operate. Totalitarian propaganda can outrageously insult common sense only where common sense has lost its validity. Before the alternative of facing the anarchic growth and total arbitrariness of decay and bowing down before the most rigid, fantastically fictious consistence of an ideology, the masses probably will always choose the latter and be ready to pay for it with individual sacrifices – and this not because they are stupid or wicked, but because in the general disaster this escape grants them a minimum of self-respects. [….]"

Arendt, Hannah. The Origins of Totalitarianism,. New Edition with added prefaces. New York; London: Harvest Books, 1979,  352

Net vanochtend stond op de voorpagina van de Standaard een artikel onder de hoofding ‘Omdat solidariteit weer normaal moet worden’.[1]In de eerste paragraaf lezen we: “Zorgen voor elkaar, da’s toch normaal?” Elk Vlaams gezin krijgt straks deze slogan van de Vlaamse overheid in de bus. De ziekenfondsen juichen het initiatief toe: ‘Moedig, want solidariteit lijkt de laatste tijd een scheldwoord’.
Daarom is de geciteerde passage in het werk van Hannah Arendt voor mij zo belangrijk: de totalitaire regimes in de 20e eeuw , zo stelt Hannah Arendt (en zij heeft dan vooral over het Naziregime en het Bolsjewisme) voor ogen, zijn er in geslaagd door heel efficiënte propaganda de ontredderde  massamens, met  zijn  geatomiseerde geest, ontdaan van zijn sociale en betekenisbanden, een samenleving aan te bieden gebaseerd op verlatenheid. In hun verlatenheid zijn deze mensen afgesneden van de wereld, van de medemens en ook van zichzelf: zij leven een leeg bestaan, zijn gedachteloos en niet meer in staat om te ervaren en te oordelen. Op die manier kan deze mens niet meer ontkomen aan een totaal gevoel van volledige overbodigheid . Het totalitarisme lijkt in deze desolate, duistere wereld van verlatenheid, eenzaamheid en gedachteloosheid een ‘dankbare’ voedingsbodem voor mensen die zich helemaal overbodig voelen en dus bereid zijn tot om het even wat: naar het front gaan, ook als men deze oorlog volledig zinloos vindt; misdaden bekennen om partij of beweging geen schade te berokkenen, vrienden of zelfs geliefden aan de galg praten, verraden en zo ter dood veroordelen; volkomen onschuldigen als vee samendrijven en liquideren. Hannah Arendt legt dus de nadruk op deze sociale voedingsbodem, waar elke cohesie verdwenen was.
Als dit plaatje volledig is, dan kunnen we ons de vraag stellen of Lenin en Trotski, mochten zij in een andere maatschappij terecht zijn gekomen, hun mentale krachten niet in de richting van andere, positieve idealen hebben kunnen ontwikkelen; het zaadje in de juiste grond, herkennen. Geldt hier de metafoor van het juiste zaadje in de aangepaste bodem?
Maar onmiddellijk rijst dan ook de vraag, met  Arendts verklaring en de vaststelling in het hoofdartikel van de Standaard in ons achterhoofd, niet heel ongerust (beginnen) maken wat de toekomst betreft voor onze maatschappij, van onze wereld.  Is de verkiezing van figuren als Trump en het regime van Poetin en Kim Jong-un (Noord-Korea) niet reeds een uitdrukking van diezelfde wanhoop als gevolg van de eenzaamheid en verlatenheid als bij de mens van Hannah Arendt? Er zijn verschillen, niets is ooit helemaal identiek, maar ook Masha Gessen (1) vindt dat het totalitarisme onder het bewind van Poetin opnieuw in het (Rus) land is.  Maar ook bij ons – zie het artikel in de Standaard - zijn steeds meer mensen ‘eilandjes’ zonder banden, zonder of met enkel een verhakkeld netwerk. Zelfs hun levenseinde, zo leert eigen ervaring, moeten velen steeds meer eenzaam en verlaten beleven…

(1) Net ook vandaag 16/2/1919 staat in diezelfde Standaard een bespreking van het recente boek van Masha Gessen “De toekomst is geschiedenis”.(in een vertaling van Jan Robert Braat); de titel van de bespreking luidt ‘De Homo Sovieticus leeft voort’. Ook naar Hannah Arendt wordt uitdrukkelijk gerefereerd!

 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.