zondag 25 februari 2018

Ethiek en retoriek




“But the Greeks themselves contrasted persuasion to subjugation by force: In the dealings of Greeks with Greeks, Isocrates says, the appropriate means is persuasion, whereas in dealings with barbarians it is the use of force. This difference is understood as one of language and education, because persuasion presupposes that one shares a horizon, allusions to prototypical material, and the orientation provided by metaphors and similes.”

Hans Blumenberg, Work on Myth. Translated by Robert M. Wallace. Cambridge, MA: MIT Press, 1985, 435-436.


In deze radicale passage citeert Blumenberg Isocrates zonder dat die op deze plaats in de tekst wordt genuanceerd. Enerzijds wordt het belang van educatie en toegang tot gelijke culturele waarden als noodzakelijke voorwaarde gesteld om in discussie te kunnen treden, om elkaar binnen de retoriek te kunnen verstaan. Tegelijk wordt gepostuleerd dat tegen zij die deze gemeenschappelijke achtergrond niet delen enkel ‘geweld’ het beste middel is. Angus Nicholls wees er in zijn lezing van 15 februari al op dat Blumenberg het aspect van educatie onderbelicht laat. Isocrates zal onder het begrip van polis de vrije en wel opgeleide mannen verstaan hebben.  Ons huidig omschrijving van een gemeenschap wil alle bevolkingslagen begrijpen. De kracht van de retoriek in de politieke mythe toont zo ook haar ethische zwakte. Of probeerde Socrates dat al niet duidelijk te maken?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.