woensdag 14 februari 2018

De performativiteit van het beeld bij Sorel

“Ordinary language could not produce these results in any very certain manner; appeal must be made to collections of images which, taken together and through intuition alone, before any considered analyses are made, are capable of evoking the mass of sentiments which correspond to the different manifestations of the war undertaken by socialism against modern society.” (Sorel, Reflections on Violence, p.113)

De tegenstelling tussen ‘taal’ en ‘beeld’ die Sorel maakt vind ik zeer interessant. Anders dan Boticci’s denken waarin narratieven centraal staan in de betekenis van de mythe, constitueert volgens Sorel het beeld de mythe. Deze voorkeur voor het beeld hangt samen met zijn performativiteit, oftewel de wijze waarop de mens in beweging wordt gebracht door zijn verbeelding. Sorel schrijft dat het handelen niet gebeurt op basis van taal. Zij kan ons niet in beweging brengen. Het beeld dat niet linguïstisch is, heeft daarentegen wel een performatieve kracht die aanzet tot handelen. Sorel benadrukt namelijk de praktische dimensie van de politieke mythe door beelden in relatie te zetten met ‘expressions of a will to act’. De reden waarom taal niet de resultaten kan produceren die het beeld wel produceert, hangt samen met het feit dat de mens in zijn verbeelding instinctief gegrepen wordt. Deze performativiteit van de verbeelding heeft dus niets te maken met een linguïstische constructie of met het vormen van een bepaald ‘programma’, maar wel met een innerlijke beweging die aanzet tot handelen. De verbeelding werkt namelijk niet volgens een analyse, maar gebeurt instinctief. Anders dan de taal die in stukjes uiteen genomen kan worden, heeft het beeld te maken met het moment waarop iets ontsnapt aan de analyse. Deze beelden zijn niet zoals taal vast te leggen, maar dynamisch van aard, ze verdwijnen namelijk ook. Niet de taal, maar de kracht oftewel de specifieke performativeit en het dynamische karakter van het beeld, hebben dus alles met de politieke mythe te maken.



1 opmerking:

  1. Inderdaad een opmerkelijk verschil. Het valt mij op dat hij spreekt van "ordinary language", het alledaagse taalgebruik. Ik geloof dat taal in een andere hoedanigheid (namelijk in haar ge-esthetiseerde vorm, als literatuur of poëzie) dezelfde beeldende kracht heeft. Denk maar aan een boek dat voor een lezer een levendige wereld kan oproepen. Zou het kunnen dat de tweedeling eerder zit in een alledaagse/rauwe communicatie versus een poëtische/symbolische vorm?

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.