“In other words, while it is
true that the masses are obsessed by a desire
to escape from reality
because in their essential homelessness they can no
longer bear its accidental,
incomprehensible aspects, it is also true that their
longing for fiction has some connection
with those capacities of the human
mind whose structural
consistency is superior to mere occurrence. The
masses’ escape from reality
is a verdict against the world in which they are
forced to live and in which
they cannot exist, since coincidence has become
its supreme master and human
beings need the constant transformation of
chaotic and accidental
conditions into a man-made pattern of relative con-
sistency. The revolt of the
masses against “realism,” common sense, and all
“the plausibilities of the
world" (Burke) was the result of their atomization,
of their loss of social
status along with which they lost the whole sector of
communal relationships in
whose framework common sense makes sense. In
their situation of spiritual
and social homelessness, a measured insight into
the interdependence of the
arbitrary and the planned, the accidental and the
necessary, could no longer
operate”[1]
De
massa, die bestaat uit ontheemde en geïsoleerde individuen, leeft in een wereld
die zijn consistentie verloren heeft. De sociale, culturele en religieuze
verbanden zijn weggevallen en de wereld lijkt voor hem ongrijpbaar,
onvoorspelbaar en chaotisch. De gemeenschappelijke en gedeelde wereld is
verloren gegaan, zijn realiteitsbesef verdwijnt samen met zijn common sense
(sensus communis). De mens wil echter niet alleen leven maar ook existeren en
zoekt daarom vrijwillig in de ideologische fictie de consistentie die hij nodig
heeft om met een minimum aan zelfrespect te kunnen existeren. Door en door
menselijk is het immers een geest te hebben die structureel consistent is en
steeds zoekt te ontsnappen aan het contingente. De mens wil deze contingente wereld
de rug toekeren en veroordeelt de wereld waarin hij verplicht wordt te leven
los van elke gemeenschap. Hij zoekt dan ook actief de nodige consistentie die
hij uiteindelijk (desnoods?) vindt in de fictie van de (totalitaire) ideologie.
Arendt maakt hier de scherpe analyse dat het aanhangen van een doctrine zoals
het nazisme, gegeven een totalitaire omgeving, toch nog een keuze is van de
mens. Het angstwekkende aan die analyse is dat gegeven de juiste omstandigheden
ook wij deze keuze zouden maken.
[1]Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism.
New edition with added prefaces. (New York; London: Harvest Book, 1979)p 352
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.